Veel macro-economische factoren (factoren die slaan op de economie als geheel, bijvoorbeeld bruto binnenlands product of werkgelegenheid) zijn van invloed op de koersen. "Maar veel macrocijfers kijken eigenlijk terug, naar wat al is geweest", waarschuwt Ralph. "Je wilt juist weten wat er gaat komen. Daarom is het verstandig om te kijken naar cijfers met een voorspellende waarde. Het producentenvertrouwen in de verwerkende industrie - de zogenaamde PMI-data - is daarvoor bijvoorbeeld geschikt. Over die cijfers schrijven financiële media met regelmaat. Daarnaast zijn we door de coronacrisis ook veel meer gaan kijken naar data die heel actueel zijn, zoals mobiliteitsdata van Apple of Google en pintransacties bij banken”.
Niet alle cijfers zijn altijd even belangrijk. Ralph illustreert dat met de huizencijfers: “Tijdens de bankencrisis werd bijvoorbeeld veel sterker gelet op de Amerikaanse huizenverkopen dan normaal. Dit doordat die crisis voor een belangrijk deel samenhing met de Amerikaanse huizenmarkt. Tijdens corona lag de focus op de wekelijkse werkloosheidsaanvragen in de VS. Met het naderende economische herstel zal de focus verschuiven naar inflatie. Gaat het toenemen of niet en passen centrale banken hun rentebeleid aan?"