Uitgelogd

U bent succesvol uitgelogd.

Omzetbelasting vereniging of stichting

Soms betaalt u als vereniging of stichting omzetbelasting. Dat betekent dat u btw moet heffen en afdragen. Lees wanneer dit nodig is.

 

Omzetbelasting: wel of geen btw afdragen?

In sommige gevallen wordt uw organisatie als ondernemer gezien door de Belastingdienst. Dan bent u btw-plichtig. Dat betekent dat u btw moet heffen en afdragen. Wanneer moet dat en welke vrijstellingen zijn er? Hieronder leest u er meer over.

Vragen over BTW

U wordt aangezien voor ondernemer als u zelfstandig (dus niet in loondienst) een bedrijf of beroep uitoefent. Dan bent u ook btw-plichtig. Ook personen die duurzaam een zaak, zoals een pand (bijvoorbeeld een clubgebouw) of een stuk grond (bijvoorbeeld een sportveld) runnen. Vooral verenigingen moeten dus rekenen op het betalen van btw. Voor stichtingen kan dit genuanceerder liggen.

De Belastingdienst bepaalt aan de hand van uw situatie of u wel of niet btw-plichtig bent. Als er sprake is van ondernemerschap, moet uw organisatie btw afdragen over de diensten die u verricht of de producten en goederen die u verkoopt. Dat kan trouwens ook een voordeel zijn. Als u namelijk btw afdraagt, mag u ook de btw aftrekken die u betaalt over diensten en goederen die u zelf afneemt.

Het is ook mogelijk dat u alleen btw-plichtig bent voor bepaalde goederen of diensten die u verleent. Denk bijvoorbeeld aan sponsoring, een evenement dat u organiseert of uitgaven van uw organisatie, zoals handboeken en tijdschriften. U hoeft dan alleen btw af te dragen over dat bepaalde onderdeel en niet over het totale aantal diensten en goederen dat u levert en verkoopt. Daarbij geldt dan ook dat u ook alleen de btw mag aftrekken van producten en diensten die u voor dat onderdeel aanschaft.

Bij het leveren van goederen en diensten is sprake van 2 btw-tarieven: 21% (hoog) en 6% (laag). Onder het tarief van 6% voor goederen vallen onder meer water, voedingsmiddelen en dranken (m.u.v. alcoholische dranken). Alle goederen die hier niet onder vallen, zijn belast met 21%. De regeling voor het hanteren van 6% btw bij diensten is uitgebreider en geldt voor verschillende diensten. Er bestaat ook nog een 0%-tarief, waar u in de praktijk waarschijnlijk weinig mee van doen zal hebben. Dit tarief is bijvoorbeeld van belang bij activiteiten met een internationaal karakter.

Kijk op de website van de Belastingdienst welke tarieven u voor goederen of diensten kunt hanteren.

De hoofdactiviteiten van een sportvereniging zijn vrijgesteld van btw. Voor nevenactiviteiten, die zijn bedoeld voor extra financiële ondersteuning, geldt een speciale regeling. Ook de nevenactiviteiten zijn vrijgesteld als de ontvangsten de volgende grenzen niet overschrijden:

  • Voor levering van goederen (bijvoorbeeld de verkoop van clubmaterialen, glazen, speldjes) is de grens € 68.067,-.
  • Voor diensten (bijvoorbeeld entreegelden, sponsorgelden, opbrengsten uit reclameborden, shirtreclame) is de grens € 50.000,- per jaar.

Komt u over deze grens, dan wordt over het hele bedrag een naheffing gedaan en niet alleen over het overschreden bedrag. Goed om te weten: de grensbedragen gelden per categorie. Een voorbeeld: levert de vereniging voor meer dan € 68.067,- aan goederen, maar zijn de opbrengsten van diensten lager dan € 50.000,-? Dan is alleen de levering van goederen in zijn geheel belast en blijven de diensten vrijgesteld van btw.

Uw organisatie kan ook een vrijstelling krijgen voor de levering en het verlenen van diensten op het sociale en culturele vlak. Daar zijn twee voorwaarden aan verbonden:

  • De organisatie mag geen winst beogen.
  • De vrijstelling mag niet met zich meebrengen dat de concurrentieverhoudingen worden verstoord. Vooral deze laatste eis geeft in de praktijk nogal eens moeilijkheden.

Voor nevenactiviteiten gelden dezelfde mogelijkheden als beschreven bij de sportverenigingen, met de uitzondering dat de grens voor diensten is beperkt tot € 22.689,-, in plaats van € 50.000,-.

Kinderopvang valt ook onder de vrijstelling van sociaal-culturele prestaties, met de uitzondering dat daarbij wel winst mag worden beoogd.

Dan is er nog een aantal overige vrijstellingen voor bepaalde goederen of diensten die uw vereniging of stichting mogelijk levert. Deze vrijstellingen gelden voor:

  • Inkomsten uit toto- en lottoactiviteiten en de opbrengst van de Grote Clubactie.
  • Het verzorgen en verplegen van personen die in een inrichting opgenomen zijn. Dit geldt ook voor het verstrekken van spijzen en dranken, genees- en verbandmiddelen aan die personen. Deze vrijstelling geldt alleen als er geen winst wordt beoogd.
  • Diensten van organisaties voor algemeen jeugdwerk die door de overheid erkend zijn.
  • Diensten door werkgevers- en werknemersorganisaties, politieke en soortgelijke organisaties die een collectief belang behartigen.
  • Onderwijsinstellingen die wettelijk geregeld onderwijs verrichten. Bijvoorbeeld een basis- of middelbare scholen, beroepsopleidingen en universitair onderwijs.

Voor nevenactiviteiten gelden dezelfde mogelijkheden als beschreven bij de sportverenigingen. Voor de vrijstelling van nevenactiviteiten om extra financiële steun te verkrijgen, geldt ook hier de grens van € 68.067,- en € 22.689,-.

Veel verenigingen hebben een kantine of een bar. Dit zou kunnen leiden tot btw-plicht. Omdat het hier vaak om kleine bedragen gaat, heeft de fiscus een bijzondere regeling getroffen. Deze regeling stelt dat kantines niet worden belast, als ze aan de volgende voorwaarden voldoen:

  • De kantine omzet bedraagt niet meer dan € 68.067,- per jaar.
  • De kantine exploitatie vormt een nevenactiviteit.
  • Openstelling van de kantine vindt in beginsel slechts plaats in rechtstreeks verband met de activiteiten van de vereniging.
  • De kantine mag onder voorwaarden maximaal 12 dagen per jaar worden opengesteld bij sportieve activiteiten van derden.
  • De kantine en bijhorende inventaris mag niet beschikbaar worden gesteld aan derden, ook niet als dit onbetaald is.
  • Het exploitatieresultaat wordt uitsluitend gebruikt voor de primaire activiteit van de vereniging.

Misschien heeft u wel eens gehoord van de kleineondernemersregeling. Deze regeling bepaalt dat kleine organisaties die per jaar minder dan € 1.883,- aan btw afdragen een ontheffing kunnen krijgen. Dit geldt echter alleen voor natuurlijke rechtspersonen. Verenigingen, stichtingen en bv's vallen helaas buiten de boot.

Als u een vereniging of stichting opricht, moet dit worden aangemeld bij de Belastingdienst. Zo kan zij beoordelen voor welke belastingen, zoals de omzetbelasting, u als rechtspersoon belastingplichtig bent. Als u zich inschrijft bij de Kamer van Koophandel (KvK) hoeft u zich niet apart bij de Belastingdienst aan te melden. De KvK geeft uw gegevens dan door. Als u niet bij de Kamer van Koophandel bent ingeschreven, meldt u zich met de 'Opgaaf startende rechtspersoon' bij de Belastingdienst aan. Dan wordt ook bepaald of u btw-plichtig bent.

Het kan natuurlijk zijn dat u niet bent ingeschreven of andere activiteiten gaat ontplooien die invloed kunnen hebben op uw btw-plicht of vrijstelling. Neemt u dan contact op met de BelastingTelefoon 0800 - 05 43 (gratis) om uw situatie te toetsen, zodat u niet voor onverwachte naheffingen komt te staan.