Waarom kiezen steeds meer fysiotherapeuten voor een andere carrière?

Veel fysiotherapeuten hebben moeite om goede therapeuten aan te trekken en te behouden. Vooral groeiende praktijken hebben hier last van. Hoe komt dit?
Recent heeft Fysiovakbond FDV een salarisonderzoek gepubliceerd. Hieruit blijkt dat eerstelijns fysiotherapeuten in loondienst te weinig verdienen in vergelijking met collega's in andere sectoren en intramurale zorg. Het onderzoek laat ook zien dat er grote verschillen zijn in arbeidsvoorwaarden, dat de werkdruk hoog is en dat veel fysiotherapeuten overwegen hun beroep te verlaten. FDV wijst naar het ontbreken van een cao als belangrijkste oorzaak van deze problemen.
Vergrijzing en uitstroom
In 2024 waren in Nederland 35.438 BIG-geregistreerde fysiotherapeuten. Ongeveer 16% van deze groep is ouder dan 60 jaar. Het aantal ouderen stijgt. En ze worden ook steeds ouder, (dit heet dubbele vergrijzing). Samen met de groei van chronisch zieken zorgen deze factoren ervoor dat de vraag naar fysiotherapie stijgt.
Zoals eerder aangegeven, is er binnen de branche veel uitstroom. Fysiotherapeuten kiezen ervoor om bijvoorbeeld in de 2e lijn te gaan werken vanwege betere arbeidsvoorwaarden en hogere salarissen. Door de soms beperkte vergoedingen is het lastig om (startende) fysiotherapeuten voldoende perspectief te bieden en ze te behouden binnen de 1e lijn. Voor praktijkhouders wordt het dus steeds moeilijker om goed personeel te vinden en te behouden, hoewel dit per regio kan verschillen.
Kostenstijging
Praktijkhouders hebben niet alleen te maken met personeelskosten. Ook andere kosten stijgen, denk bijvoorbeeld aan de kosten voor huisvesting. Hierdoor worden de marges bij een deel van de praktijken steeds dunner. Er is dan geen ruimte in de begroting om personeel extra te belonen of om bijvoorbeeld aanvullende studies van personeel te betalen.
(Geen) CAO voor fysiotherapeuten
Een collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) voor de fysiotherapiebranche, kan een goede stap zijn om personeelsproblemen aan te pakken en de sector te versterken. Zo kan een CAO helpen met de bescherming van arbeidsrechten, een eerlijke beloning, loopbaanontwikkeling en professionalisering. Het biedt een gemeenschappelijk uitgangspunt voor werkgevers en werknemers. Daarnaast draagt het bij aan een stabiele en evenwichtige arbeidsmarkt in de 1e-lijns fysiotherapie.
Een CAO geeft ook inzicht in hoeverre het huidige systeem van belonen afwijkt van de gewenste beloning. De betaalbaarheid van de CAO op basis van de nu geldende tarieven is hierbij de grootste zorg. Praktijkhouders geven aan dat met de concept-CAO zoals in 2023 is voorgesteld, de bedrijfsvoering in het gedrang komt. Het bestuur van de Werkgeversvereniging Fysiotherapie (WVF) stelt een breed draagvlak onder haar achterban als voorwaarde voor de totstandkoming van een CAO. Vooralsnog betekent dit dus geen CAO binnen de eerstelijns fysiotherapie.
Veranderende arbeidsomstandigheden
De fysiotherapeut met een eigen praktijk heeft, naast de zorg voor de patiënt, ook de zorg voor de praktijkmedewerkers. Een gezonde leef- en werkomgeving voor de fysiotherapeut én medewerkers is essentieel. Om hiervoor te zorgen, zijn medewerkers nodig die duurzaam inzetbaar zijn en flexibel kunnen inspelen op veranderingen. Tevreden en gezonde medewerkers zorgen beter voor de patiënt. Het wordt daarom steeds belangrijker om personeel gemotiveerd te houden en aan de praktijk te binden.
Naast een redelijke beloning is het belangrijk om medewerkers de ruimte te geven zich verder te ontplooien en ze te betrekken bij de praktijkvoering. Denk bijvoorbeeld aan het bevorderen van loopbaanontwikkeling en het (deels) vergoeden van opleidingen. We zien dat praktijken die vooruitstrevend zijn of zich duidelijk positioneren, makkelijker personeel vinden en aan zich binden.
Je kunt op verschillende manieren personeel werven. Door leerplekken aan te bieden aan studerende fysiotherapeuten, door goede contacten te onderhouden met hogescholen en door zelf actief therapeuten te benaderen.
Het personeelstekort is niet alleen voor bestaande praktijkhouders een probleem in de bedrijfsvoering. Het zorgt ook voor problemen bij bedrijfsopvolging en praktijkoverdracht. 22% van alle BIG-geregistreerde fysiotherapeuten is 55+. Het is belangrijk om op tijd na te denken over praktijkoverdracht en -opvolging. Praktijkoverdracht kan een langdurig traject zijn. Het kost niet alleen tijd om een koper te vinden maar vraagt ook om aandacht voor de fiscale en financiële gevolgen die met een praktijkoverdracht samenhangen.
Fysiotherapie op de politieke agenda
De Tweede Kamer wil een noodplan voor fysiotherapie om genoeg therapeuten te hebben voor de stijgende zorgvraag. Dit plan moet minimumtarieven en meer fysiotherapie in de basisverzekering bevatten. De motie, aangenomen na een KNGF-campagne en FDV-onderzoek, vraagt het kabinet het plan dit jaar nog af te ronden. KNGF biedt hulp aan het ministerie van VWS om dit te realiseren. Het is belangrijk voor de toekomst van de fysiotherapie.
Wil je na het lezen van dit artikel nog eens overleggen met een van onze sectorspecialisten? Neem contact met ons op.