5 vragen over schijnzelfstandigheid

Vanaf 1 januari 2025 gaat de Belastingdienst strenger controleren op schijnzelfstandigheid. Wat is schijnzelfstandigheid en hoe kun je het voorkomen? Lees de antwoorden op veelgestelde vragen
1. Wat is schijnzelfstandigheid?
We spreken van schijnzelfstandigheid als je werkt als zelfstandig ondernemer (zzp’er), maar volgens de regels van het arbeidsrecht werkt alsof je in loondienst bent. Dit wordt ook wel verkapt dienstverband genoemd. Schijnzelfstandigheid komt vaak voor in de sectoren bouw, zorg en transport.
2. Waarom verscherpt de Belastingdienst de controle?
Schijnzelfstandigheid kan leiden tot ongelijkheid:
Ongelijke arbeidsvoorwaarden
Zzp'ers kunnen in de problemen komen omdat ze geen sociale zekerheden hebben. Ze zijn niet beschermd bij ontslag en ziekte. Daarnaast bouwen ze geen pensioen en vakantiegeld op.
Oneerlijke concurrentie
Opdrachtgevers betalen minder belasting en premies voor een zzp'er dan voor een werknemer. Wanneer je in loondienst werkt, betaalt je werkgever voor jou de loonbelasting, premie Volksverzekeringen (AOW, Anw en Wlz), premie Werknemersverzekeringen (WW, WAO, WIA en ZW) en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw). En vaak ook pensioenpremie. Als zzp’er betaal je dit allemaal zelf.
De Belastingdienst loopt belastinggeld mis
Zzp’ers hebben allerlei aftrekposten zoals de startersaftrek en de zelfstandigenaftrek. Zij hebben daardoor belastingvoordelen die een werknemer niet heeft. Als er sprake is van schijnzelfstandigheid, zijn die voordelen niet terecht. De zzp'er moet dan alsnog belasting betalen over een deel van de omzet.
3. Wat zijn mogelijke risico's?
De Belastingdienst kan naheffingen opleggen bij schijnzelfstandigheid. Opdrachtgevers moeten dan achteraf sociale premies betalen aan de zzp'er, zoals vakantiegeld. Ook moeten ze met terugwerkende kracht belasting en premies betalen aan de Belastingdienst.
2025 is een overgangsjaar
De Belastindienst wil opdrachtgevers en zzp'ers de kans geven aanpassingen te doen. Zij geeft eerst waarschuwingen. Zolang je kunt aantonen dat je stappen neemt om schijnzelfstandigheid tegen te gaan, krijg je geen boete.
4. Hoe kun je schijnzelfstandigheid voorkomen?
Opdrachtgevers en zzp’ers zijn samen verantwoordelijk voor het voorkomen van schijnzelfstandigheid. Hoe kun je dat aantonen? Gebruik onderstaande checklist met de belangrijkste richtlijnen.
Of kijk op de site van de Rijksoverheid.
- Je hebt 3 of meer opdrachtgevers per kalenderjaar.
- Jij en niet je opdrachtgever bepaalt hoe je je werk doet en wat je werktijden zijn.
- Je hebt met je opdrachtgever afgesproken hoelang je over de opdracht doet of hoeveel uren per week je aan de opdracht werkt.
- Je doet geen werk dat ook door werknemers binnen de organisatie gedaan kan worden.
- Je wordt betaald per uur of per opdracht. Word je per uur betaald? Dan krijg je alleen de uren betaald die je hebt gewerkt. Je krijgt bijvoorbeeld geen reisuren vergoed, tenzij je daar aparte afspraken over hebt gemaakt.
- Je stuurt een factuur voor het werk dat je hebt gedaan.
- De vergoeding die je krijgt, is hoger dan wat binnen de sector normaal gesproken aan werknemers wordt betaald.
- Je draagt ondernemersrisico. Dit betekent dat je bijvoorbeeld niet doorbetaald wordt als je ziek bent.
- Je investeert in je werk. Dit betekent bijvoorbeeld dat je werkt met je eigen laptop of dat je opleidingen volgt in je vakgebied om bij te blijven.
- Je ‘gedraagt’ je als ondernemer. Je beheert bijvoorbeeld een eigen website of je doet in een maand meerdere opdrachten voor verschillende opdrachtgevers.
- Je opdrachtgever heeft een resultaatverplichting met je afgesproken. Dit betekent dat het duidelijk is wat en wanneer je levert.
- Je houdt een goede administratie bij waarmee je kunt aantonen dat je zelfstandig bent. Vraag hulp aan een belastingadviseur als je er niet uitkomt.
Het moet duidelijk zijn voor de Belastingdienst dat je werkt als zzp’er en niet als werknemer. Ook als opdrachtgever moet je erop letten dat de zzp’er die je inhuurt echt zelfstandig is. Dit voorkomt problemen als de Belastingdienst controleert.
5. Wat heeft de Wet DBA met schijnzelfstandigheid te maken?
De overheid probeert al jaren grip te krijgen op schijnzelfstandigheid. In 2016 werd de Wet DBA (Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties) ingevoerd. Deze wet moest het eenvoudiger maken om te bepalen of iemand als werknemer of zzp’er werkt. Maar omdat deze wet onduidelijk was, werd er niet op gecontroleerd.
In juni 2024 is er een concept van de Wet Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden (VBAR) ingediend bij de Raad van State. Met deze wet moet het eenvoudiger zijn om te bepalen of iemand als werknemer of zelfstandige werkt. Goedkeuring door de Tweede Kamer is nog nodig, en de wet kan op z’n vroegst begin 2026 gelden. De Belastingdienst gaat wel vanaf 1 januari 2025 handhaven op basis van de huidige regels, zonder terugwerkende kracht. Er is namelijk te weinig capaciteit om alle zelfstandigen individueel te controleren
De Belastingdienst kijkt vooral naar de gezagsverhouding. Als een opdrachtgever bepaalt waar, wanneer en hoe je als ondernemer werkt, is dat reden voor een loondienstverband. Het is dus belangrijk om duidelijke afspraken te maken. Zorg dat je als ondernemer zelf kunt bepalen hoe je werkt. Zo voorkom je problemen met de Belastingdienst.
Tot slot
De nieuwe wet is nog in ontwikkeling en er kunnen nog wijzigingen plaatsvinden. Het is belangrijk dat je als zelfstandige en als opdrachtgever op de hoogte blijft van de ontwikkelingen. De overheid geeft meer informatie zodra de wet definitief is. Goed voorbereid zijn op de veranderingen kan problemen in de toekomst voorkomen.