
Nederland is groot geworden met de export van goedkoop en veilig voedsel. Maar dat model piept en kraakt. Arbeid en grondstoffen worden schaarser, het energienet knelt en het maatschappelijk draagvlak voor productie ‘voor de wereld’ slinkt. Alleen optimaliseren is niet genoeg. Juist innovatie bepaalt of Nederland zijn exportpositie behoudt.
Voor bedrijven in de levensmiddelensector vormt het vinden van de juiste balans tussen efficiëntie en vernieuwing een cruciale uitdaging. De door James March ontwikkelde exploitatie-exploratietheorie laat zien dat ondernemingen enerzijds hun bestaande producten en processen zo rendabel mogelijk moeten maken door te sturen op efficiëntie en winstgevendheid, terwijl ze anderzijds de blik moeten richten op nieuwe markten, producten en innovaties. Het spanningsveld tussen benutten wat er al is en zoeken naar wat er nog niet bestaat, bepaalt in belangrijke mate het vermogen van een sector om zich aan te passen en toekomstbestendig te blijven.
In de afgelopen decennia heeft de levensmiddelensector vooral op het eerste terrein grote successen geboekt. Door efficiënt te produceren wist de sector voedsel op de markt te brengen dat goedkoop, betrouwbaar en veilig is, en dat bovendien op grote schaal wordt geëxporteerd. Dat succesverhaal staat inmiddels onder druk. In Nederland neemt het maatschappelijk draagvlak af om voor ‘de wereld’ te produceren. Net zoals de mogelijkheden om dit te doen. Bedrijven kampen met een tekort aan arbeid, een knellend energienet en minder aanbod van grondstoffen, bijvoorbeeld vanwege een krimpende veestapel.
In dit veranderende krachtenveld wordt het steeds urgenter voor ondernemingen om hun middelen anders te verdelen en een nieuw evenwicht te vinden tussen het verbeteren van bestaande processen en het investeren in toekomstige mogelijkheden. Alleen als die omslag wordt gemaakt, kan de sector ook in de komende decennia succesvol én relevant blijven.
Focus op exploiteren is niet meer voldoende
Exploiteren en exploreren zijn twee activiteiten die vaak in conflict zijn met elkaar. Exploitatie draait om strakke processen, kostenbeheersing, kleine stapsgewijze verbeteringen en een focus op de korte termijn. Exploratie streeft naar het waarborgen van omzet over de horizon heen. Dit vraagt om creativiteit, ruimte om te experimenteren en langetermijnvisie. Deze tegenstelling maakt het voor bedrijven uitdagend om in beide domeinen uit te blinken.
Te veel nadruk op efficiëntie kan leiden tot verouderde bedrijfsmodellen en doet op termijn de omzet dalen. Te veel vernieuwing zorgt voor een organisatie die veel nieuwe producten ontwikkelt en in de lucht houdt zonder dat deze allemaal succesvol zijn. Uit een wat ouder maar nog steeds actueel onderzoek van de Boston Consulting Group blijkt dat wereldwijd slechts 2% van de bedrijven erin slaagt om de juiste balans te vinden en te behouden.
Toyota is een schoolvoorbeeld van een bedrijf dat dit wel kan. De autoproducent is niet alleen hyper-efficiënt in productie dankzij methodologieën zoals Lean management, maar stond ook aan de wieg van de wereldwijd succesvolle hybride motor.
“Omarm een cultuur waarin experimenteren mag en mislukkingen niet worden afgestraft.”

Rob Morren
Sector Banker Food
Urgentie om te veranderen
De toenemende schaarste aan arbeid en grondstoffen dwingt bedrijven keuzes te maken en hun verdienmodellen te heroverwegen. Afhankelijk van de situatie kunnen bedrijven verschillende strategische richtingen inslaan. Sommige bedrijven bouwen hun bestaande producten en processen af. De vrijkomende middelen investeren ze in innovaties met meer lange termijnwaarde. Andere bedrijven zijn juist gebaat bij meer automatisering en efficiëntie in de productie om meer winst te halen uit hun innovatieve producten. De kernvraag blijft hoe een bedrijf optimaal rendement haalt uit de aanwezige productiefactoren. Juist de balans zoeken tussen exploiteren en exploreren helpt bij het maken van deze keuzes.
Een herijking van deze balans begint vaak bij een andere organisatiecultuur en structuur waarbij zowel efficiënte als vernieuwing structureel aandacht krijgen.
Cultuurverandering en aanpassingen in aansturing
Om de balans tussen exploitatie en exploratie te bewaken, hebben grote multinationals in de foodsector aparte businessunits voor exploitatie en exploratie ingericht, waardoor ze beide activiteiten parallel optimaliseren. Daarnaast benutten de voedingsgiganten schaalvoordelen door overnames te doen en gericht te investeren in startups of deze zelfs in te lijven.
Voor kleinere ondernemingen in de levensmiddelensector is het vaak moeilijk om deze strategie over te nemen. Zij hebben een kleiner geografisch bereik en missen de middelen en schaalgrootte om aparte businessunits op te zetten of grote investeringen te doen. Maar ze kunnen wel degelijk meer exploreren en wat minder exploiteren. En dat zit vooral in een andere cultuur en aansturing. Met deze aanpassingen in organisatie en cultuur ontstaat een betere balans in de inzet van productiefactoren, zowel op korte als op lange termijn.
Hoe te starten?
- Kijk verder dan de korte termijn: Het management moet niet alleen van contract naar contract opereren maar ook een duidelijke koers uitzetten voor de komende vijf jaar. Zo ontstaat richting en ruimte voor innovatie.
- Maak keuzes en creëer ruimte. Gebruik data om scherp te bepalen welke producten, markten of processen toekomst hebben. Durf ook winstgevende activiteiten los te laten om capaciteit vrij te maken voor initiatieven met groter potentieel. Het bekende principe ‘kill your darlings’ helpt daarbij.
- Stuur breder dan op cijfers. Omzet en sales zijn belangrijk, maar ook kwalitatieve prestaties verdienen aandacht. Beloon medewerkers expliciet voor het ontwikkelen en uitwerken van vernieuwende ideeën. • Reserveer tijd voor vernieuwing. Geef medewerkers structureel de ruimte om nieuwe concepten uit te proberen en investeer in marktinzichten. Houd bovendien actief zicht op wat er speelt bij consumenten en klanten.
- Accepteer snel falen. Omarm een cultuur waarin experimenteren mag en mislukkingen niet worden afgestraft. Dit voorkomt langdurige investeringen in kansarme projecten en versnelt de ontdekking van nieuwe mogelijkheden.
Een juiste balans tussen opereren binnen de status quo en het inslaan van nieuwe wegen is cruciaal voor bedrijven om te overleven. De levensmiddelensector heeft lang, misschien te lang, op het eerste ingezet. Maatschappelijke druk en schaarste vereisen dat de balans wordt hersteld. Alleen door vaker bestaande verdienmodellen en afzetmarkten ter discussie te stellen, is de sector ook op lange termijn succesvol.
Deze column is eerder verschenen op Foodlog.nl
Lees verder in de foodsector
De Nederlandse foodsector is koploper op het gebied van efficiency en export. Robotisering, digitalisering en duurzaamheid zijn belangrijke thema’s waarop ondernemers zich onderscheiden ten opzichte van veel internationale concurrenten.
