Javascript is required

Ondernemen met geld van je partner of familie: 4 valkuilen

Geld bijeenkrijgen voor je onderneming kan een uitdaging zijn. Een aantrekkelijke oplossing is aankloppen bij familie, of bijvoorbeeld bij je partner. Geld van anderen gebruiken voor je onderneming kent veel aandachtspunten. De onderstaande 4 valkuilen zijn veelvoorkomend en vragen extra aandacht. 

Valkuil 1: ondernemen met geld van je partner

Stel, je bent getrouwd en je wilt een onderneming starten. Je hebt € 20.000 nodig en je partner heeft precies dat bedrag op een spaarrekening staan. Jij en je partner besluiten dit geld te gebruiken voor het starten van de onderneming. 

Je richt een bv op, stort het geld daarin en na een aantal jaren succesvol ondernemen verkoop je het bedrijf in de bv voor € 800.000. Keer je dit geld in 2025 privé uit? Dan betaal je maximaal 31% belasting (box 2) over de winst van € 780.000. Netto blijft dan € 538.200 over.  

Je wilt nu je partner terugbetalen. Wat is in deze situatie een redelijke vergoeding voor je partner?  

Vergoeding is bepaald op basis van beleggingsleer

Het voorbeeld hierboven is ook in de Tweede Kamer behandeld. Privévermogen van de partner is gestoken in de onderneming. De partner heeft daardoor een vergoedingsrecht op de ondernemer gekregen. De vraag is naar welk bedrag dat leidt.  

Misschien lijkt jou een vergoeding van het oorspronkelijke bedrag van € 20.000 plus gederfde rente redelijker. Dat is goed voorstelbaar, maar dat is niet het vertrekpunt van de wetgever. Het uitgangspunt bij gehuwden is de beleggingsleer. Dat wil zeggen dat het vergoedingsrecht meegroeit met het onderliggende vermogen: de onderneming.  

Het vergoedingsrecht is dus gelijk aan de waarde van de onderneming! In ons voorbeeld heeft jouw partner dus een vergoedingsrecht van € 800.000 op jou. Na belasting houd je van dit bedrag nog maar € 538.200 over aan de verkoop. Bij terugbetaling zou je dan in het rood komen te staan. Dat vond de wetgever niet redelijk, daarom wordt het vergoedingsrecht beperkt tot € 538.200.  

Als je gaat schuiven met privévermogen van je partner en je eigen vermogen doe je er dus goed aan om vooraf duidelijke afspraken te maken.  

Valkuil 2: huwelijkse voorwaarden

Ondernemers trouwen meestal onder huwelijkse voorwaarden. Voor de bruiloft maken ze bij de notaris afspraken over de financiële gevolgen van hun huwelijk. Een belangrijke reden is vaak om eventuele schuldeisers van de ondernemer op afstand te houden van het vermogen van de partner.  

Bedenk wel dat de winst van de onderneming dan waarschijnlijk ook bij jou blijft. Het kan eerlijk zijn de jaarlijkse winst met je partner te delen. Dat kun je regelen met bijvoorbeeld een periodiek verrekenbeding.  

Wie profiteert van vermogensgroei? 

Het periodieke verrekenbeding is de regeling in huwelijkse voorwaarden waarin je afspreekt dat jullie het bedrag delen dat jaarlijks is gespaard. Zo profiteren beide partners van de vermogensgroei. Een mooie gedachte, maar de uitkomst is onzeker als je de regeling niet daadwerkelijk uitvoert. 

In de praktijk voert bijna niemand de huwelijkse voorwaarden volgens een periodiek verrekenbeding uit. De wet zegt dat bij het einde van het huwelijk de verrekening alsnog moet plaatsvinden. Hierbij moet dan het gehele vermogen worden betrokken.  

Dat kan leiden tot een 'finaal verrekenbeding', waarbij het gehele vermogen 50/50 wordt gedeeld. Dat kan schrikken zijn. Zeker als je als ondernemer dacht dat het ‘jouw onderneming’ was, maar het eigenlijk 'onze onderneming' is. Of het ook zo uitpakt, is natuurlijk helemaal afhankelijk van de situatie.  

Valkuil 3: een oninbare lening

Familieleningen komen geregeld voor. Wat nu als het mis gaat? Stel dat je als ouder geld uitleent aan je kind voor zijn of haar startup. Vervolgens gaat het mis met de startup en kan je kind het geld niet terugbetalen. 

In de familiesfeer willen mensen het vaak niet te hoog opspelen. En misschien denkt de ouder in ons voorbeeld wel: “Ach, mijn kind erft straks zijn eigen ellende van mij en zit dan zelf op de blaren”. Dat kan zo zijn, als verjaring geen roet in het eten gooit. 

Kan een lening verjaren? 

De wet bepaalt dat een geldlening vijf jaar na het opeisbaar worden van de lening verjaart. Het recht om de geldlening op te eisen is dan vervallen. De lening is een natuurlijke verbintenis geworden. Dit betekent dat het kind de lening wel mag terugbetalen, maar het hoeft niet. De ouder kan terugbetaling in ieder geval niet meer afdwingen. 

Iets wat in de familiesfeer snel gebeurt. Want om de sfeer goed te houden, wordt de lening vaak niet meer ter sprake gebracht. Ongemerkt gaat dan de verjaringstermijn lopen. En vindt de verrekening met de erfenis uiteindelijk niet plaats. Een oplossing kan zijn dat de ouder af en toe een briefje stuurt aan het kind om de lening te bevestigen, het is nog beter als het kind het briefje getekend terugstuurt. Daarmee wordt de verjaring tegengehouden. 

Valkuil 4: een grotere lening dan het erfdeel

eze valkuil gaat over de vraag wat de situatie is na het overlijden van een ouder en of alles wel goed wordt vastgelegd. Gebeurt dat niet, dan worden misschien verkeerde beslissingen genomen.  

Het is goed om bij het verstrekken van een lening te kijken of de lening qua omvang past in het (toekomstige) erfdeel van dat kind. Dat voorkomt dat de lening na overlijden van de ouder(s) deels bij de andere kinderen terechtkomt. Die blijken dan de financiers van de onderneming te zijn. Daar wil je niet ‘per ongeluk inrollen’. 

Hieraan koppelen we ‘valkuil 4b’ vast. Stel dat er een gezin is waarvan één ouder is overleden. Het vermogen blijft dan meestal bij de langstlevende ouder. Het is belangrijk dan een aantal zaken vast te leggen. De kinderen hebben namelijk erfdelen gekregen en die moeten vastgesteld worden. Als dat op dat moment niet gebeurd is, moet dat later alsnog.  

Maar zijn alle gegevens dan nog steeds bekend? En zijn er tussentijds geen beslissingen genomen die achteraf gezien niet goed uitpakken? Dit kan relevant zijn voor de erfbelasting, maar ook voor de onderlinge verhoudingen. Het speelt extra als de langstlevende ouder bijvoorbeeld een lening verstrekt aan de onderneming van een kind. 

Conclusie

Ben je van plan om te ondernemen met geld van je familie of partner? Houd dan bovenstaande valkuilen in gedachten. Bespreek goed met de familie onder welke voorwaarden jullie afspraken maken. Bekijk ook de juridische implicaties en leg zo veel mogelijk ondertekend vast. 

Tags

Ondernemer in privé
Ondernemer en privé

Lees ook

Hoe bouw ik meer vermogen op?

Als ondernemer zorg je goed voor je bedrijf, maar ook je privévermogen verdient aandacht. Wij helpen je daarbij. Laat je gratis en vrijblijvend informeren door onze adviseurs van Ondernemer in Privé.  

We helpen bijvoorbeeld met vragen als: 

  • Welke belastingen betaal ik over mijn vermogen als dga?
  • Is beleggen in de bv een slimme keuze?
  • Wanneer is privé beleggen interessant?
  • Hoe voorkom ik dat ik te veel belasting betaal?
  • Hoe kan ik meer doen met m’n geld?